Een Monteverdi opera met topcast biedt drie uur vakantie

Il ritorno d’Ulisse in patria, gezien en gehoord in Grand Theater Aix en Provence op 17 juli 2024 tijdens het festival d’Aix en Provence.

Dit is hoe het begon: de wens van Pierre Audi de opera Il ritorno d’Ulisse in patria wederom te regisseren en zijn beschikking over Theatre du jeu de Paume tijdens festival d’Aix en Provence. Op 17 juli 2024 was het zover en kon dit festival deze Monteverdi opera toevoegen aan een lange lijst van uitmuntende voorstellingen.

Irit van der Veldt

In zijn droom krioelt het in zwart-wit van mooie jonge vrouwen en mannen die over en weer de liefde bedrijven. Kruipend over elkaar en over het toneel zingen ze hun aria’s. Als Odysseus ontwaakt, is hij op Ithaca het eiland waar zijn vrouw al twintig jaar op hem wacht. Haar overtuigen van zijn aanwezigheid én van zijn liefde voor haar, staat centraal in Il ritorno d’Ulisse in patria (de terugkeer van Odysseus naar zijn vaderland) van Claudio Monteverdi.

Bij aanvang van de opera schrijdt Penelope (Deepa Johnny) beheerst en waardig van rechts, naar een muur links, op het toneel. Ze blijft daar staan met haar gezicht naar de muur en haar handen gebald alsof ze over de muur kijkt. Als plotseling van links Odysseus wild, dierlijk bijna, karig gekleed en struikelend over zijn eigen voeten tegen de rechter muur aan knalt, gaat de opera met lichtflitsen en een fikse donderslag van start.

Verblindende neonbuis als pijl die iedere concurrent vermoordt

Het toneelbeeld is eenvoudig. Twee of drie op staal lijkende platen die afwisselend een plek innemen op het toneel. Ze creëren de binnen en buitenruimtes voor deze opera. Daartussen, met name in het begin, een zwarte pyramide – eendimensionaal – alsof we, via de punt van die pyramide, met Penelope uitkijken naar een stip op de horizon. Telkens wanneer Odysseus op het toneel verschijnt, gaat dat gepaard met een groot vel zilverpapier beschenen door felle spots en een verblindende neonbuis – soms meer – die als een dodelijk, verblindende pijl verticaal op ons afkomt. Het is de pijl en boog waarmee hij een ieder die hem weerhoudt zich te verbinden met Penelope, meedogenloos vermoordt.

Voor Audi een uitdaging de setting uit 1990 – toen hij voor het eerst bij DNO deze opera regisseerde – enigszins te benaderen. Intiem, klein en rondom het toneel waren de eisen voor een theater: pas dan konden de emoties, verwerkt in de recitatieven en aria’s, zo intiem mogelijk worden gepresenteerd. Dat Audi hiermee een goede keuze heeft gemaakt, bleek tijdens de première. Dat ook het lijsttheater – waarbij we als het ware door een kijkdoos kijken naar een schouwspel – hierbij een rol speelt, is evident en passend bij zijn visie.

Verwijzing naar oudtestamententische Ezau

De gelijkenis met de oerknal bij het arriveren van Odysseus is snel gemaakt. Interessant ook hoe Audi een relatie legt met Ezau uit het oude testament door Odysseus te voorzien van een dierenvel. Het is Ezau namelijk die volgens de overlevering met pijl en boog op jacht gaat zijn vader te dienen en het is het volk dat tot in lengte van jaren wacht op de verlosser. Dat Ezau het volgens de overlevering, niet zo nauw neemt met ‘heilige dingen’ komt het creatieve team goed van pas. In deze opera is het Odysseus die vaardig is met pijl en boog zijn doel te bereiken én licht brengt. Licht na jaren van wachten met vrede als resultaat.

De kracht qua vormgeving put deze voorstelling uit de combinatie basic en royaal: twee tegenstellingen die elkaar versterken. Basic is het decor en zijn de kostuums door Ur Schonebaum en Wojciech Dziedzic en royaal is de inzet ervan. Royaal is het spel waarbij elke beweging raak is, als ook de expressie bij alle uitvoerenden en royaal is de zang en de verstaanbaarheid van alle recitatieven. Royaal qua uitwerking is ook het lichtgebruik. Heel goed hoe Odysseus altijd net in een andere lichtbron staat dan de anderen om hem als outsider te positioneren. En natuurlijk de scenografie: een duizelingwekkende hoeveelheid schilderachtige composities wordt getoond die de voorstelling nog meer diepgang en genot geven.

En dan de cast. Hiervoor is maar een woord op zijn plaats: uitmuntend. Met deze uitvoerenden wordt mogelijk elke opera een feest. Het is Odysseus (John Brancy) die speelt en acteert, zeer geloofwaardig en daardoor erg overtuigend. Prachtig hoe zijn luide, zuivere baritonstem samenvalt met de stem van zijn geliefde. Geweldig hoe hij zijn recitatieven met zoveel drift presenteert dat je wel met hem mee móet leven. Knap bovendien hoe hij aan het begin van de tweede akte loepzuiver dissonanten zingt en glissando langzaam laat versterven tegen de consonanten in het orkest waardoor zijn verdriet als een mes snijdt door je ziel. Ook Penelope toont zich van haar beste kant. Alle emoties heeft zij in huis: verdriet, woede, opstandigheid: afwisselend ingetogen en extravert. Deze rol past haar goed met haar oosterse uiterlijk zet ze een zeer overtuigende performance neer van een kieskeurige ijskoningin die wacht op de ware.

Vermeldenswaardig is bovendien de tenor Marcel Beekman, de enige Nederlandse zanger in deze productie, die met een zeer indrukwekkende Iro een vermakelijke nar neerzet. Zijn volume, over het algemeen wat harder dan de rest, maar loepzuiver en buitengewoon vermakelijk. Een goede zet van Audi en zijn team deze rol op deze manier neer te zetten om zo tegemoet te komen aan een opera voor een breed publiek ter lering ende vermaak.

En ten slotte het geweldige orkest Cappella Mediterranea onder leiding van de Argentijnse dirigent Leonardo Garcia Alarcon. Hij laat de instrumenten dansen en swingen op de juiste momenten en fluisteren als het kan. Hier spelen musici op authentieke instrumenten die de kunst van het musiceren echt in de vingers hebben.

Een opera om achterover te leunen

Kortom, een opera om van te genieten. Een opera bovendien waar je achterover leunt en even drie uur op vakantie bent. Hier staat een topcast met topzangers met wonderschone stemmen, toptechnici zowel licht als kostuum, en creatieveling die weten wat een goede operaproductie behelst. Als deze productie een nieuw begin inluidt, kan de toekomst niet meer stuk.

Foto’s: Ruth Walz

  • Leonardo Garcia Alarcon: dirigent
  • Pierre Audi: regisseur
  • John Brancy: Odysseus
  • Deepa Johnny: Penelope

En verder: https://festival-aix.com/programmation/opera/il-ritorno-dulisse-patria