Agrippina toont reflectie maar mist balans

Gezien op 13 januari 2024

Irit van der Veldt

Door het felle witte licht op de reflecterende metalen kist knijpen we onze ogen toe. Alleen dan zie je haar staan: Agrippina. Tot ze haar eerste aria inzet en haar operaspel met humor en flair toont. Met deze Agrippina kan je lachen maar ook de keerzijde dient zich aan.

Regisseur Barrie Kosky en decorontwerper Rebecca Ringst kozen voor een nihilistisch podium met een metalen bewegende kist. Net als in de opera Giulio Cesare uit 2023 ontwikkelde Ringst voor Agrippina een decor met een eigen karakter en ontwikkeling: het draait rondjes, valt uit elkaar als losse blokken, creëert een binnenplein en valt weer samen tot een log maar ook transparant bouwwerk. De shutters bewegen afhankelijk van de ontwikkeling in het verhaal.

Kosky en De Nationale Opera (DNO) vielen in 2023 beiden in de prijzen voor hun prestaties tijdens het Opera Forward Festival in dat jaar. Met deze regisseur kiest DNO voor een progressieve benadering van een antiek muziekgenre. Een verstandige keuze zo blijkt uit de gunstige bezoekersaantallen en de aantrekkingskracht op jongeren. Zo was Animal Farm tijdens dat festival goed voor 40% meer jonge bezoekers, bleef zijn regie voor de opera Turandot in 2022 lange tijd onderwerp van gesprek en wordt reikhalzend uitgekeken naar de Ill trittico: de laatste van zijn Puccini drieluik in mei van dit jaar.

Met Agrippina van Händel kiest DNO voor een opera over machtsmisbruik, wellust, manipulatie en bedrog. Niet alleen bij de twee hoofdrolspeelster Agrippina (Stephanie D’Oustract) en Poppea (Ying Fang) maar ook de mannen dragen hun steentje bij. Het is Agrippina die haar zoon Nero (John Holiday) op de troon wil maar het is Claudio (Gianluca Buratto) die aanvankelijk kiest voor zijn generaal Ottone: de engelse countertenor Tim Mead. De strijd tussen beiden en de overige protagonisten hun macht te behouden en hun lusten te vieren, toont deze bijna vier uur durende barokopera. Voor Kosky reden dit actuele thema te plaatsen in een actueel decor met gewone mensen op een kil, reflecterend podium

Het barokorkest onder leiding van dirigent en klavecinist Ottavio Dantone speelt intiem, zuiver en levendig. Mooi hoe de strijkers en het handjevol blazers matchen met de luit en het klavecimbel. Het zijn deze klanken die deze opera terugbrengt naar het begin van de 18e eeuw. Knap ook hoe dit intieme orkest fragiel van zich laat horen als begeleiding voor de beweeglijke zangers. En als je dan én dirigent bent en klavecinist én maximale aansluiting houdt bij de zangers terwijl je met je orkest diep in de orkestbak zit, verdien je een staande ovatie.

En ook de zangers verdienen lof. Agrippina, perfect gecast door dramaturg Nikolaus Stenitzer, zingt als mezzo warm, helder en luid haar rol met een charmante uitstraling en de juiste gestiek voor dit vileine personage. En ook Poppea zingt als sopraan heel virtuoos en ogenschijnlijk heel gemakkelijk haar zeer lastige coloratuuraria’s. Een op het eerste gezicht lieflijk personage dat er echter ook niet voor terugdeinst een ieder die haar behoeften blokkeert een strobreed in de weg te leggen. Ook Claudio en Ottone maken het zangspektakel tot een feest. Prachtig hoe Ottone al in de eerste acte zijn aria Lusinghiera mia speranza subtiel en gevoelig richt op zijn heimelijke liefde Poppea en duidelijk maakt dat de kroon hem niet interesseert. Keizer Claudio heeft de macht echter wel hoog zitten en ook hij zingt als bas met een adembenemende schoonheid zijn rol zeer overtuigend: helder, open en warm.

Ondanks alle lof voor de uitvoerenden beklijft het gevoel van disbalans in deze uitvoering. Het is het subtiele orkest met het logge metalen monster continue op het podium dat het gevoel van eenheid achterhoudt. Misschien een bewuste keuze en een metafoor voor de ontwikkelingen in de samenleving; de toehoorder bepaalt.

Agrippina tot 28 januari 2024 te zien bij De Nationale Opera & Ballet/Accademia Bizantina o.l.v. Ottavio Dantone

Jongeren tot 36 jaar tickets €25

Foto’s: Ben van Duin