Spelen in mineur tijdens SQBA door energieke strijkers met lef

door Irit van der Veldt

Drie concerten in overwegend mineur. Dat is de opbrengst van drie avonden luisteren tijdens de Strijkkwartet Biënnale Amsterdam (SQBA) van 27 januari tot 3 februari 2024 in het Muziekgebouw aan het IJ. Bekend en onbekend werk door het Jerusalem Quartet, het Ragazze Quartet en het Matangi Quartet op 29, 30 en 31 januari. Er klonk droevenis en rouw door energieke musici met levendigheid en lef.

Zeg je Jerusalem Quartet dan zeg je energie, speelgenot en humor: spelen alsof je laatste uurtje geslagen heeft. De strijkers geven alles en vol energie speelt het viertal composities van Smetana, strijkkwartet nr 1, Sjostakovitsj’ strijkkwartet nr. 2 en Beethoven strijkkwartet nr. 8 op 59 nr. 2. De cello (Kyrill Zlotnikov) geeft aan, keurt goed, dempt de toon, bemoedigt en de eerste viool (Alexander Pavlovsky) zit te dansen en te springen op zijn stoel. Met name bij het tweede deel van Smetana het zg. Polkadeel dat hij componeerde als aandenken aan zijn gelukkige jeugd, is de dynamiek sterk. Zou je het als toehoorder zonder geluid moeten stellen dan is de aanblik voldoende.

Beethoven welkom

Bij Beethoven zit de lol er echt in. Het viertal lacht en het vuur spat er vanaf. Voor het publiek prettig om met dit stuk te eindigen na een tour de force met Smetana en Sjostakovitsj. Enige inspanning om deze stukken te waarderen is dus vereist. Dat is bij Beethoven aanzienlijk minder. Al bij het openingsakkoord voel je dat het goed komt met het luistergenot. Heerlijk zwijmelen bij bekende Beethovenklanken door een passievol gezelschap tijdens SQBA. De zaal bedankt met een staande ovatie voor een muzikaal optreden met grote intensiteit.

Jerusalem Quartet:

Alexander Pavlovsky (viool)

Sergei Bresler (viool)

Ori Kam (altviool)

Kyrill Zlotnikov (cello)

Het Ragazze Quartet zocht een reactie op Mendelssohns droevige strijkkwartet nr. 6 ter nagedachtenis aan het overlijden van zijn zus Fanny in 1847. Het gezelschap vond de zuid Koreaanse Seung-Won Oh en zij componeerde het strijkkwartet Elegy in Me als contrast. Magistraal hoe Ragazze de woede van Mendelssohn laat horen in de finale: allegro molto. Met vuur speelt het viertal waardoor je als toehoorder ademloos toekijkt.

Seung-Won Oh componeerde lange lijnen met royale glissandi. Het hele stuk bestaat uit een tranendal van glijdende noten op weg naar het grote verdriet. Een mooie compositorische tegenhanger met het strakke wat hoekige strijkkwartet nr 6 van Mendelssohn is niet denkbaar.

Ragazze Quartet:

Rosa Arnold (viool)

Jeanita Vriens-Van Tongeren (eerste viool)

Annemijn Bergkotte (altviool)

Rebecca Wise (cello)

Voor Matangi een spannende sessie met ‘splinternieuw repertoir’. Een combinatie van pop en klassiek en een vleugje poëzie. Noem het eclectisch en je bent van deze tijd. Wel gevaarlijk met name wanneer jouw composities in P.S. Liedcyclus wel erg veel lijken op The Juliet letters uit 1993 met Elvis Costello en het Brodsky Quartet. Toch toonde Matangi zich op deze biënnale een dappere strijder met nieuwe geluiden voor een breed publiek. Met name met zanger Ruben Hein, met sterke dictie en acteerkwaliteit, heeft het gezelschap een interessante eye-catcher binnengehaald. Doorpakken is het devies maar dan met echt nieuw repertoire.

Matangi Quartet:

Maria-Paula Majoor (viool)

Hannelore de Vuyst (viool)

Karsten Kleijer (altviool)

Arno van der Vuurst (cello)

Ruben Hein: zang

Al met al is het jammer dat je van de intimiteit van een strijkkwartet niet veel meekrijgt in die grote zalen tijdens SQBA. Als publiek moet je het tijdens een concert nu hebben van de korte beeldschone muzikale momenten die na afloop snel opgaan in de grootsheid van het muziekgebouw. We snakken naar intimiteit van een kleine compacte zaal waar deze strijkkwartetten nog beter tot hun recht komen.

Foto’s: Eduardus Lee