Il trittico uitstekend door levendig decor

Il trittico gezien en gehoord op 3 mei 2024 bij De Nationale Opera te Amsterdam

Al bij de eerste minuut voel je: dit komt goed. Dit wordt een voorstelling om van te genieten: eenvoud in zijn opzet en gelaagd in zijn uitwerking. Je voelt de durf en de moed om door te pakken door kunstenaars die de kunst van het regisseren en decoreren snappen. Het zijn Barry Kosky en Rebecca Ringst die Il trittico hebben aangepakt en samen met het Nederlands Philharmonisch Orkest onder leiding van Lorenzo Viotti tot een succes maken. Dat in deze operadrieluik niet alle solisten even goed uit de verf komen, blijft nauwelijks hangen.

Bij binnenkomst zien we twee huizenhogen houten panelen die diagonaal als zijwanden samenkomen in een verdwijnpunt op het achtertoneel. Wanneer het verdwijnpunt zich opent, rolt langzaam een houten stellage richting het voortoneel. De stellage dient als loopplank voor scheepswerklieden die op hun schouder lange latten het toneel op dragen. Tegen de zijwanden plaatsen ze hun materiaal. Felle spots creëren schaduwen op de zijwanden van alles en iedereen die zich daar begeeft.

Voor regisseur Barry Kosky bij DNO de laatste opera in zijn Puccini-operadrieluik: Tosca, Turandot en Il trittico. Tosca en Turadot werden een groot succes en in 2023 werd Kosky tijdens de International Opera Awards uitgeroepen tot regisseur van het jaar. Bij Il trittico kiest Kosky niet voor een thematische benadering maar voor de ‘episodische dramaturgie’ waarbij hij alle drie de eenakters “als losse gerechten in een driegangenmenu benadert”. Op die manier kiest hij ervoor om de thema’s: geweld, verdriet en hebzucht, in deze opera tot hun recht te laten komen.

Levendigheid

Voor decorontwerper Rebecca Ringst is het vanzelfsprekend te zoeken naar “een decor als levend organisme dat invloed uitoefent op de menselijke personages en verandert in hun gedragingen”. Zo kiest ze ervoor om de eerste akte, Il Tabarro, te voorzien van twee houten zijwanden en een houten stellage als scheepsdek met royale schaduwwerking door strategisch geplaatste toneelverlichting. Op deze manier verandert het decor in een bewegende mensenmassa van werkers die hun spullen af en aan sjouwen en voorziet het in een overtuigende representatie van het vrachtschip aan de Seine zoals door Puccini beschreven.

En ook de tweede akte, Suor Angelica, voorziet Ringst van een eenvoudig toneelbeeld met levendigheid. Zo kiest ze ervoor om tegen de zij- en achterwand twee in hoogte variërende houten wanden te plaatsen met daartussen een ‘blinde trap’ waarop de nonnen van linksonder naar rechtsboven heen en weer lopen. Het resultaat is een toneelwand in beweging waarbij je voornamelijk de hoofden en bovenlijven van de nonnen ziet verplaatsen tussen het lichte hout.

Het is de echter de derde akte, Gianni Schicchi, die enigszins lijkt af te wijken van dit concept aangezien de houten achterwand uitsluitend dient als afbakening op het toneel en als projectiescherm voor de schaduwen. Samen met de kleurrijke spelers die met hun gedrag en outfit én de eettafelsetting het decor bepalen, is toch ook in deze derde akte het concept Ringst waarneembaar.

Compleet wordt de opera met de orkestklank en de zang. Prachtig hoe dirigent Lorenzo Viotti met zijn orkest de opera pianissimo opent met een wiegend thema tijdens het uitrollen van het decor. Het is het rustig kabbelende water van de Seine af en toe klotsend tegen het schip dat het beeld inzichtelijk maakt. Wanneer Giorgetta (Leah Hawkins) en Michele (Daniel Luis De Vicente) hun dialoog inzetten, wordt snel duidelijk dat Giorgetta niet gelukkig is op het schip en hunkert naar avontuur in hartje Parijs.

Met haar warme en ruime stem zet ze een krachtige Giorgetta neer die haar mannetje staat tegenover de diepe bariton Michele. Met zijn zware heldere zang dwingt hij gezag af en kleurt hij mooi in het geheel. En ook de tenor Joshua Guerrero als Luigi staat zijn mannetje als minnaar van Giorgetta. Dat Giorgetta niet altijd zuiver zingt en soms wat trucjes toepast om de lange frases te zingen, wordt waargenomen maar nauwelijks als storend ervaren en gewijd aan de deining van het schip en daardoor snel vergeten.

Fraai, helder en warm is het stemgeluid van sopraan Elena Stikhina als Suor Angelica; ook met haar acteertalent valt ze op in het nonnengezelschap waardoor ze overtuigt. Toch lijkt ze af en toe iets in te houden en op safe te spelen waardoor het echte wow-effect ontbreekt. Dat is jammer want de hele akte draait om haar en de ontmoeting met haar valse tante La zia Principessa (Raehann Bryce-Davis) die trouwens ook niet optimaal zingt.

Dat ook haar opkomst en acteertalent van hoog niveau zijn en zij daarmee veel compenseert, doet haar mindere zangprestatie tijdens deze première teniet. En ten slotte Daniel Luis De Vicente, na zijn hoofdrol in il Tabarro, nu in de derde akte de hoofdrol als Gianni Schicchi. Grappig en speels acteert hij met een ruim en helder stemgeluid. De kostuums zijn in alle drie de aktes zeer goed gekozen en met name in de laatste. Knap hoe met kleurgebruik die levendigheid wordt bevestigd met behoud van het concept. En natuurlijk is lichttalent Joachim Klein vermeldenswaardig. Fantastisch hoe hij met dit theaterelement zoveel bereikt in de hele voorstelling.

Al met al een uitstekende Il trittico die af en toe verzadigt doordat niet iedereen goed bij stem is en daardoor niet alles geeft in een levendig decor met een heerlijke nasmaak.

Irit van der Veldt

Foto’s Monika Rittershaus

Muzikale leiding: Lorenzo Viotti, Regie: Barrie Kosky, Decor: Rebecca Ringst, Kostuums: Victoria Behr, Licht: Joachim Klein

https://www.operaballet.nl/de-nationale-opera/2023-2024/il-trittico