Koetsveld laat de stilte rond de noten klinken

Foto: Stefan Heijdendael

Johannes-Passion, gezien en gehoord op 27 maart 2024 in de Geertekerk te Utrecht. Uitgevoerd door het Nieuw Bach Ensemble en Collegium Delft o.l.v. Krijn Koetsveld

Een muziekstuk dat precies driehonderd jaar oud is, en dat jaarlijks vele uitvoeringen kent, is boven alle kritiek verheven. Het vereist moed om je als koor en orkest aan zo’n stuk te wagen. Het Nieuw Bach Ensemble heeft sinds 2010 een traditie opgebouwd van jaarlijkse uitvoeringen, soms met moderne instrumenten, soms met een authentiek instrumentarium.

Strijdbare Jezus

Bach schreef zijn Johannes-Passion voorafgaand aan de Matthäus-Passion. In tegenstelling tot evangelist Mattheüs, die een angstige en twijfelende Jezus neerzet, voert het Johannes-evangelie een strijdbare en kordate Jezus op, aldus Bach-kenner Govert Jan Bach.

De Utrechtse Geertekerk maakte het de uitvoerenden niet makkelijk. De kerk heeft een enigszins droge akoestiek en het houten plafond had de neiging als een spons de muziek op te zuigen. Het verhoudingsgewijs grote koor, bestaande uit excellente amateurs, werkte samen met het minimaal bezette Collegium Delft, wat de balans tussen koor en orkest enigszins wankel deed uitvallen, en veel van de orkestleden eiste. Het vakwerk van concertmeester Quirine van Hoek is in dit opzicht vermeldenswaard.

Gestileerd koor

De lange ervaring van Koetsveld met zijn ensemble werpt vruchten af. Het allereerste, haast onaardse geprevel van de strijkers die een mineur-motief herhalen boven een orgelpunt van de bas, is als tromgeroffel dat het verschijnen van de triomferende Jezus aankondigt. De herhaalde uitroepen ‘Herr’ zijn een graadmeter voor de degelijkheid waarmee Koetsveld zijn koor heeft gekneed. Het eerste ‘Herr’ is krachtig, kort en wanhopig, de volgende ‘Herrs’ zijn decrescendo en haast smekend. In de fugapassages zingt het koor compact en precies.

Vergeleken met het gestileerde koor zijn de bijdragen van de solisten weliswaar vakkundig, maar nogal divers. Evangelist William Knight beschikt over een soepele zoete tenor en brengt zijn partij met de expressie van een nieuwslezer. Dat geldt ook voor bas Timothy Nelson die welluidend zingt, maar geen strijdbare Jezus vertolkt. Voeg daarbij de countertenor Tobias Segura Peralta met een zeer lichte, haast zwevende alt-interpretatie, en het is duidelijk dat we voor drama zijn aangewezen op de Australische bas Matthew Baker. Hij voorkomt met zijn levendige bijdrage als Pilatus en in verschillende aria’s dat deze Johannes wegzweeft in de knellende akoestiek. Sopraan Helena Bickel heeft een stem met een resonerend ‘belletje’. Ze lijkt zich in te houden, maar in de reprise van de aria ‘Zerfliesse’ gooit ze de schroom van zich af en wint haar stem het gevecht met de kerk.

Stilte rond de noten

Het hoogtepunt komt op het einde, met het afsluitende ‘Ruht wohl’ van het koor. Koetsveld geeft als voorman het koor zoveel vertrouwen dat hij een traag tempo kan kiezen met veel cesuren, momenten waarop er complete en langdurige stiltes vallen die de tekst onderstrepen. Deze ademruimte tilt de uitvoering naar een subliem niveau, en bewijst ook de groei die dirigent en koor hebben doorgemaakt sinds de oprichting van het Nieuw Bach Ensemble bijna vijftien jaar geleden.

Samen groeien

Deze Johannes-Passion maakt duidelijk dat muziek maken vooral een kwestie is van samenwerken en samen groeien. De ingevlogen solisten zijn stuk voor stuk uitstekend, maar de werkelijke substantie is ontstaan uit lang en hard repeteren door Koetsveld en zijn koor, die daarmee ook het grootste aandeel in het luistergenot voor hun rekening nemen.

Robert Loeber

Foto’s: Stefan Heijdendael