Turandot in modern jasje mist spanning

Nationale Opera – gezien 4 december 2022

Geen paleis met binnen- en buitenruimtes. Geen centraal gelegen marmeren trappenhuis met de keizerstroon aan kop. Geen ijzige, bloedmooie, rijkgeschakeerde met goudbrocaat behangen Turandot die met pracht en praal ten tonele verschijnt. Wél het volk, de mannelijke hoofdrollen én Liu in werkkleding. Sober. In een metalen benauwde angstaanjagende spiegeldoos: klein, koud en kil. Geestesstemmen van de mislukte vrijers uit het dodenrijk waarschuwen voor onheil via de luidsprekers: “Vreemdeling, luister. Je zal sterven. Ze bestaat niet. Het is een illusie”. Calaf is vastberaden: want “Alleen hij kan haar liefhebben”.

Turandot – in een modern jasje door dirigent Lorenzo Viotti en regisseur Barrie Kosky – is te zien en te horen bij de Nationale Opera en Ballet. Een gewaagde maar begrijpelijke keuze. Gewaagd omdat het publiek twee uur naar een kleine spiegelende ruimte kijkt met een levensgroot doodshoofd in de tweede akte als een van de weinige special effects. Begrijpelijk omdat Puccini verdichting wilde. Hij fantaseerde over een afgeslankte versie met twee aktes “zodanig dat de hartstocht die zo lang gesmoord is onder de as van haar immense trots, goed naar voren komt”. De afgeslankte versie qua duur werd het enigszins, qua toneel volledig.

Spatzuiver en hard klinken de hoge aria’s van Turandot door sopraan Tamara Wilson. Zonder te schreeuwen tikt ze de vele hoge C’s moeiteloos aan. Onzichtbaar op een donker podium; het publiek tast in het duister. Het koor, de drie ministers, Calaf, Altoum, Timur en Liu vullen het decor. Wat lijkenpikkers en geesten in uitdagende glitter kledij zorgen voor afwisseling. Vol is de koorklank en stemmen de klanken van Timur (Liang Li) en Altoum (Marcel Reijans) naar volle tevredenheid. Ook het tenorgeluid van Calaf (Martin Muehle) klinkt veelbelovend. Al laat zijn ademsteun het soms een beetje afweten. Zijn lyrische aria’s Non piangere Liu (niet huilen Liu) met bijna lacrimosa-achtige melodie in de eerste akte en zijn wonderschone en beroemde aria Nessum Dorma (niemand slaapt) in G groot zijn een lust voor het oor. Wat wijfelend klinkt Liu als toegewijde nederige slavin. Wellicht een keuze maar jammer van die wonderschone makkelijk in het gehoor liggende aria’s die haar rol sieren.

Voor de zang is Turnadot in nieuw jasje best een aanbeveling maar voor het gehele spectakel een beetje wennen met wat twijfel. Halverwege de tweede akte zakt de spanning en beginnen enkelen in de overvolle zaal te wiebelen en te hoesten. Het spectaculaire einde met de dood van Liu – geheel naar de wens van Puccini – werd door sommigen allang op weg naar de gardarobe niet meer geregistreerd. Wel jammer, want een dergelijk einde vraagt nog even om aandacht.

Verscheen eerder op 8weekly